31. Het streven naar onafhankelijkheid van de Koerdische Autonome Regio in Irak

De CAVV beoogt de relevante en juridische normen en beginselen naar voren te brengen en daarmee het juridische kader te schetsen, waarbinnen politieke afwegingen en keuzes dienen te worden gemaakt, zoals met betrekking tot de Koerdische Autonome Regio (KAR) in Irak. Het advies beslaat drie deelonderwerpen:

  • de inhoud en rol van de Montevideo-criteria
  • de rol van het recht op zelfbeschikking
  • de rechtmatigheid van eventuele eenzijdige afscheiding en de rol van erkenning door andere staten en de rechtsgevolgen daarvan.

De CAVV wijst erop dat de vorming van een staat niet gepaard mag gaan met schending van fundamentele regels van internationaal recht. De enig mogelijke volkenrechtelijke grondslag voor eenzijdige afscheiding door de KAR van Irak zou zijn een uitoefening van het recht op zelfbeschikking door de Koerdische bevolking in Irak.

Erkenning door andere staten is niet een constitutief vereiste bij de totstandkoming van een staat. Er bestaat geen volkenrechtelijke plicht tot erkenning van een entiteit als staat wanneer deze entiteit aan de ‘Montevideo-kenmerken’ beantwoordt, ook niet als de bevolking kan gelden als een volk dat zijn recht op zelfbeschikking rechtmatig uitoefent. Wanneer de vorming van een nieuwe staat gepaard is gegaan met schendingen van dwingende normen van internationaal recht (jus cogens), bestaat er een verplichting tot niet-erkenning.