51. Bijzondere rechtsgevolgen van een regel van dwingend internationaal recht

Op 10 april 2025 heeft de minister van Buitenlandse Zaken de CAVV verzocht om advies inzake het volgende vraagstuk: 

"Is een rechtsontwikkeling juridisch opportuun, onder artikel 41 van de Artikelen inzake Staatsaansprakelijkheid (ARSIWA), om vast te stellen dat het begaan van een ernstige schending van een regel van dwingend internationaal recht door een staat bijzondere rechtsgevolgen kan hebben in aanvulling op de in artikel 41 genoemde rechtsgevolgen, zoals de opheffing van diens immuniteit van staatseigendommen? Zo ja, onder welke voorwaarden zou dit juridisch opportuun zijn?"

In dit advies zet de CAVV eerst het concept ius cogens uiteen, alsook de (bijzondere) rechtsgevolgen die het begaan van een ernstige schending van dwingend recht met zich meebrengt op grond van het huidige internationaal recht (deel I). Daarna bespreekt de CAVV het regime van de staatsimmuniteit en hoe dit zich, opnieuw op grond van het huidige internationaal recht, verhoudt tot het ius cogens (deel II). Na kort de voorwaarden voor rechtsontwikkeling in het internationaal recht te hebben uitgelegd (deel III), adresseert de CAVV vervolgens de opportuniteit van een rechtsontwikkeling die de opheffing van immuniteit van staatseigendommen als een bijkomend bijzonder rechtsgevolg van een ernstige schending van dwingend recht beschouwt (deel IV). Het laatste deel gaat kort in op alternatieve mogelijkheden, naar bestaand recht, voor schadeloosstelling (deel V). Ten slotte volgt een afsluiting en samenvatting van het advies.